De Dual-Income Paradox: Wanneer Gelijkheid Ongelijkheid Voortbrengt Een huishouden, net als elke economische eenheid, moet een markt-clearing inkomen bereiken, het basisniveau dat nodig is om zichzelf binnen de kostenstructuur van de samenleving te onderhouden. Voor huishoudens met één inkomen wordt dat clearingniveau volledig door één persoon gedragen. Maar wanneer twee inkomens worden samengevoegd, wordt die drempel genormaliseerd over het paar. Alles gelijk, is de vereiste inkomensbijdrage van elk individu effectief gehalveerd. Deze dual-income structuur maakt optimalisatie mogelijk. De ene partner kan het huishouden verankeren met wat men een "couponinkomen" zou kunnen noemen, een stabiel, voorspelbaar salaris dat is ontworpen om betrouwbaar te voldoen aan de financieringsbehoeften van het huishouden. Beschouw het als de obligatieallocatie in een portefeuille: stabiel, betrouwbaar, voldoende. De andere partner is echter nu vrij om na te jagen wat men "convexiteitsinkomen" zou kunnen noemen. Dit is riskanter, minder zeker, maar heeft het potentieel voor asymmetrische opbrengst. Omdat de "coupon"-zijde van de balans van het huishouden al is veiliggesteld, kan het gezin de volatiliteit verdragen. En op de lange termijn heeft convexiteitsinkomen de neiging om een positieve verwachte waarde te hebben: een enkele doorbraak, promotie of ondernemingssucces kan opbrengsten opleveren die wild onevenredig zijn aan de initiële bijdrage. Hierin ligt een van de ondergewaardeerde motoren van ongelijkheid. Het is niet alleen zo dat huishoudens met dubbele inkomens meer verdienen, maar dat huishoudens met dubbele inkomens strategisch kunnen alloceren tussen stabiliteit en convexiteit. Dit structurele voordeel stapelt zich in de loop van de tijd op. De ironie is natuurlijk dat de Amerikaanse belastingcode eigenlijk huishoudens met één inkomen bevoordeelt en huishoudens met dubbele inkomens benadeelt, waardoor de kloof wordt vergroot: de gezinnen die het beste gepositioneerd zijn om te optimaliseren voor convexiteit worden ook door beleid in een nog groter voordeel geduwd. Kijk om je heen en je zult het patroon zien: een arts getrouwd met een hedgefondsoprichter. Een advocaat getrouwd met een acteur. Een leraar getrouwd met een tech-ondernemer. Dit zijn geen toevalligheden; het zijn geoptimaliseerde huishoudelijke uitkomsten, waarbij het ene inkomen de basis veiligstelt en de andere tilt voor de opwaartse potentie. De paradox is dat de samenleving zowel gendergelijkheid als economische rechtvaardigheid wil, maar het systeem huishoudens aanmoedigt om te optimaliseren op manieren die ongelijkheid vergroten. Vrouwen die massaal de arbeidsmarkt betreden, zou het speelveld moeten nivelleren, maar in de praktijk versnelt het vaak de dynamiek waarbij de ene partner het "couponinkomen" neemt en de andere het "convexiteitsinkomen" maximaliseert. Als we serieus zijn over gendergelijkheid, moeten we ook heroverwegen hoe belastingbeleid, werkstructuren en sociale verwachtingen verschillende huishoudconfiguraties belonen of bestraffen - anders zal gelijkheid op individueel niveau blijven leiden tot ongelijkheid op huishoudniveau.
27,25K