Stripe en Circle lanceren L1-blockchains Maar de ene heeft een ingebouwd distributievoordeel dat de andere niet kan evenaren. Binnen 24 uur werden beide plannen onthuld, maar de strategieën konden niet meer verschillen. Stripe speelt aanvallend. Circle speelt verdedigend. De voorsprong van Stripe: het bezit het volume. Miljoenen handelaren, gelicentieerde on/off-ramps en wallet/onboarding technologie van belangrijke overnames (Bridge & Privy). Die captive distributie lost het netwerk "cold start" probleem op. Stripe kan zijn eigen gebruikers on-chain migreren zonder dat ze het weten, waardoor er vanaf dag één een levend ecosysteem ontstaat. De uitdaging voor Circle: als de uitgever van USDC bezit het zijn eindgebruikers niet. Dit is opzettelijk, USDC wordt verspreid via Coinbase en andere mint-partners. Activiteit is verspreid over Ethereum, Solana en meer. De nieuwe keten, Arc, biedt snelheid, privacy en native USDC. Maar dat alles doet er niet toe zonder gebruikers. Prestaties overtreffen zelden distributie in crypto, de meeste activiteit is nog steeds op Tron en Ethereum. De zet lijkt defensief: diversifieer de inkomsten buiten rente op reserves en counter rivalen zoals Tether, dat nu zijn eigen ketens ondersteunt (Plasma, Stables). Het verschil is duidelijk: - Stripe kan zijn klanten naar zijn keten trekken. - Circle moet anderen overtuigen om naar Arc te verhuizen. Die kloof zal hun trajecten bepalen. Wat zou het kosten voor Circle om deze te dichten?
28,11K