Een manier om onze bewuste ervaring te begrijpen, is door een tegenfeitelijke situatie voor te stellen. Stel je voor dat we in een wereld leven zonder enig licht (misschien onder water, aangedreven door hete geisers). In die wereld zou ons gezichtsvermogen zich niet ontwikkelen en toch zouden we de wereld net zo "zien" als nu. (Dat zou de enige wereld zijn die we kennen). Ik heb me de laatste tijd afgevraagd hoe blinde mensen fysieke objecten waarnemen, en het komt bij me op dat hun wereld net zo rijk moet zijn als die van ziende mensen. Het enige verschil is dat zij leven in een wereld die voornamelijk door en voor ziende mensen is gebouwd, waardoor ze moeilijkheden ondervinden. Maar als niemand kon zien, zouden we ons niet bewust zijn van wat we missen en zou onze wereld zich net zo normaal en vanzelfsprekend aanvoelen als nu. De conclusie: we zijn blind voor de werkelijkheid zoals die is - er kunnen zoveel andere modaliteiten zijn die we niet kunnen waarnemen. Wat we zien is geen waarheid, maar een contingente functie van onze evolutionaire geschiedenis.