Zeer intelligente buitenbeentjes hebben spiritualiteit nodig om hun zielen te aarden en om corrosie te voorkomen. Ik bedoel niet de performatieve soort, maar een diep, holistisch onderzochte spirituele anker in het goddelijke, dat fungeert als de geleider voor voortdurende spirituele integratie, ongeacht de vorm die het aanneemt. Want het gewicht van felle intelligentie en woeste wijsheid draagt een enorme zielenschuld met zich mee, geboren uit het lijden dat dergelijke inzichten vereisen. Wanneer deze verankering niet plaatsvindt, wordt die zielenschuld vaak geexternaliseerd als haat of onverschilligheid, ongeacht de gekozen vector.